Veelgestelde vragen

Als expert op het gebied van bijenhouden krijgen we dagelijks veel vragen. Daarom hebben we een veelgestelde vragen sectie ingericht. Staat je vraag er niet tussen, neem dan contact op met het NBV-bureau via nbvbureau@bijenhouders.nl.

Bijenvolkregistratie

Imkers vragen een UBN aan bij RVO: https://mijn.rvo.nl/dierlocatie-ubn-registreren-en-wijzigen

De RVO heeft op hun website de nieuwste informatie geplaatst over dit onderwerp. Hier vind je onder andere antwoorden op de de vragen waarom er een registratie komt, hoe dit in zijn werk gaat en wat de kosten zijn. Deze website vind je hier: UBN voor bijen en hommels | RVO.nl

De RVO heeft het voorlopig tarief voor de UBN-registratie bekend gemaakt. Het jaarlijkse tarief is gesteld op €22,28 per UBN-registratie.

Volgens Europese regels is het voor de registratie van locaties verplicht het adres van de locatie te registreren. Dit geldt ook voor de locatie waar u de bijen en hommels op 1 februari houdt (de winterstalling). Postcode en huisnummer zijn dan ook verplichte velden bij de registratie van een UBN.

Gebruik voor de registratie van de winterstalling zoveel mogelijk de postcode en huisnummer van de locatie waar het bij hoort. Hoort een perceel of stuk grond bijvoorbeeld bij uw woonadres? Gebruik dan postcode en huisnummer van uw woonadres.

Gaat het om een apart perceel of stuk grond? En heeft die locatie geen postcode en huisnummer? Dan kunt u de registratie niet zelf doen. Bedenk ook niet zelf een huisnummer! Stuur dan de volgende gegevens via Digitaal post Versturen op Mijn RVO naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO):

* uw naam, relatienummer, telefoonnummer en e-mailadres
* de diersoort (bijen of hommels) waarvoor u een UBN wilt registreren

* het aantal volken dat u op 1 februari heeft (1-10, 11-20, 21-30 of 31+)
* een kaart van het perceel (van
Kadastralekaart.com), een duidelijke schermprint is voldoende
* het kadastrale nummer van het perceel (Gemeentecode – Sectie – Nummer)
* de dichtstbijzijnde straatnaam en plaats.

U ontvangt dan binnen 10 werkdagen per e-mail uw UBN van RVO.

Om via Digitaal post Versturen de gegevens te versturen moet u inloggen. Bent u particulier? Dan logt u in met DigiD. Als bedrijf logt u in met eHErkenning. Nadat u voor het eerst bent ingelogd krijgt u van RVO een relatienummer. Dit relatienummer vindt in Mijn dossier bij Mijn gegevens.

Kies in Digitaal post Versturen bij Onderwerp voor I&R Locatiebeheer en bij Documentsoort Situatieschets UBN.

Als een houder een UBN heeft voor een andere diersoort, kan hij het diersoort bijen en/of hommels toevoegen aan het bestaande UBN als hij de bijen en/of hommels gedurende de winterstalling op dezelfde locatie houdt. Dit kan via mijn.rvo.nl.

De registratieplicht geldt voor iedereen die bijen houdt, hobby-matig en bedrijfsmatig. Dat er gewerkt wordt met een UBN staat daar los van.

De registratie voorziet in het registreren van de locatie waar tijdens de winterperiode bijen staan. Het gaat niet om het aantal volken. In de regeling wordt wel een classificatie aangehouden hoeveel volken er staan op de aangegeven plaats. Er zijn 4 categorieën; tot 10 volken, van 11 tot 20 volken, tussen 21 en 30 volken en 31 volken of meer. Daarmee ontstaat vanzelf het onderscheidt tussen hobby en professioneel imkeren. Binnen de regeling zijn hobby imkers dus niet uitgezonderd.

Je kunt contact opnemen met de klantenservice van de RVO via telefoonnummer 088 042 47 47

Als er 2 imkers op één locatie staan, dan zijn het 2 ubn nummers. Als het echter 2 imkers zijn die samen één of meer kasten gezamenlijk verzorgen, dan hoeft er maar één UBN aangevraagd te worden. Het maakt dan niet uit welke imker het UBN aanvraagt.

Dat kan, door in te loggen op mijn.rvo.nl, met je digid. Kijk dan onder het kopje “Mijn dossier”.

De indeling kent 4 categorieën; 1-10 volken, 11-20 volken, 21-30 volken, 31 of meer volken

Deze indeling komt voort uit artikel 84 van de diergezondheidsverordening (Verordening (EU) 2026/429).

In lid 1 onderdeel iii staat het volgende:

  • ‘de categorieën, soorten en aantallen of hoeveelheden van de gehouden landdieren of levende producten die zij voornemens zijn te houden in de inrichting en de capaciteit van de inrichting;’Met de indeling zoals die nu is, hebben we als overheid een indicatie hoeveel volken op een locatie worden gehouden.En om te voorkomen dat een houder elke wijziging (1 volk meer of minder) door moet geven aan RVO is er gekozen voor een indeling in categorieën.Een houder die nu 3 volken heeft en op 1 februari volgend jaar 5, hoeft nu geen wijziging door te geven aan I&R.Door het op deze manier te doen, is de verwachting dat de meeste houders zich één keer registreren bij RVO met een UBN en dat het daarmee dan eerst ook klaar is.Alleen als een houder op 1 februari met andere locatie(s) gaat werken of met het aantal volken in een andere categorie vallen, moeten ze dit doorgeven in de I&R registratie bij RVO.

De gegevens over de standplaatsen worden uitsluitend gebruikt om bij uitbraak van ziektes de bijen- en hommel-houders in de omgeving te kunnen informeren. De informatie over standplaatsen is niet openbaar.

Iedereen kan bijen houden en hoeft geen certificaat of diploma te hebben. Dus een certificering is niet verplicht. (Ondanks dat wij wel adviseren om tenminste een basiscursus imkeren te volgen)

Je kunt als bestuurslid (maakt niet uit of dit de secretaris, penningmeester etc. is) de bijenvolken van de vereniging registreren. Dit kan dan met eigen digi-D. Het kan ook als vereniging zijnde, dit kan dan met E-herkenning maar een E-herkenning kost al snel zo’n 50 euro. Maar het mag dus ook met eigen digi-D.

Er is voor peildatum 1 februari gekozen omdat dat het moment is dat de bijenvolken over het algemeen nog op de winterstand staan. Als je dat later zou doen, zoals op 1 april, kan het afhankelijk van de weersomstandigheden al zo zijn dat volken ingezet (en dus verplaatst) zijn voor de bestuiving.

Het is mogelijk dat een secretaris een UBN op zijn/ haar eigen naam kan registreren met DigiD als deze persoon namens de vereniging verantwoordelijk is voor het beheer en de verzorging van de volken van de vereniging. Bij een eventuele controle moet uit de statuten of andere stukken van de vereniging dan wel blijken dat de secretaris werkzaam is bij de betreffende vereniging en verantwoordelijk is voor het beheer van de volken van de vereniging.

Aandachtspunt:

Op het moment dat de secretaris de vereniging gaat verlaten, niet langer als secretaris binnen de vereniging werkzaam is, of de vereniging iemand anders verantwoordelijk maakt voor de verzorging van de volken, dat moet deze wijziging ook doorgegeven worden aan RVO.
Degene op wiens naam het UBN staat geregistreerd moet het UBN beëindigen. Degene die de werkzaamheden overneemt registreert op zijn/ haar naam een nieuw UBN.Als de wijziging van de UBN-registratie op deze manier wordt doorgevoerd, krijgt de vereniging voor het betreffende jaar waarin de registratie is aangepast per UBN een factuur van RVO. De persoon/ partij op wiens naam het UBN staat geregistreerd ontvangt de factuur op zijn/ haar adres.

Verenigingen kunnen er ook voor kiezen om het UBN op naam van de vereniging zelf te registreren. Hiervoor is dan wel EHerkenning nodig.

Afhankelijk van de situatie kan een vereniging er ook voor kiezen om het UBN met een ‘bedrijfsoverdracht’ over te dragen naar de opvolgende secretaris. Bij een overdracht van een UBN gaan de ‘lusten en de lasten’ over naar de nieuw houder. Via deze constructie blijft het UBN hetzelfde en wordt er (in bovenstaande situatie) één UBN-tarief in plaats van twee in rekening gebracht voor het betreffende jaar.

Zie voor meer informatie de volgende pagina’s Bedrijfsoverdracht – Klantportaal-Site | Mijn RVO en Agrarische bedrijfsoverdrachten (rvo.nl).

Er moet een registratie gedaan worden door iedere individuele bijenhouder en voor iedere locatie waar bijenvolken op 1 februari van een jaar worden gehouden. Ook voor een verenigingstandplaats moet per gebruiker een UBN aangevraagd worden.

Je moet voor je vaste standplaatsen een ubn aanvragen. Voor de opgave van het aantal volken op deze standplaatsen is het aantal volken op 1 februari van een jaar bepalend. Heb je op één van je vaste standplaatsen op 1 februari geen volken staan, dan val je automatisch in de eerste categorie (1-10 kasten).

Voor iedere locatie moet een ubn aangevraagd worden.

De kans dat de bijenregistratie per 1 januari 2025 wordt ingevoerd is 100%. Het is een Europese verordening die op die datum ingevoerd moet zijn.

Het is niet zo dat de NBV instemt met een registratieplicht, maar de NBV heeft, samen met de andere imkerverenigingen verenigd in het ImkerOverleg, gesproken met onder andere LVVN (Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) hoe de Europese verplichting voor de registratie van bijen en hommels het beste uitgevoerd kan worden. Het is dus niet een kwestie dat het ImkersOverleg heeft ingestemd, maar mee heeft gedacht aan een regeling die binnen de Europese Unie is uitgevaardigd.

De bijen (en hommel) registratie is geen verplichting vanuit de Nederlandse overheid, maar is een Europese maatregel.

De gesprekken met LVVN en RVO zijn niet alleen door de NBV gevoerd, maar zijn gevoerd voor het ImkersOverleg. Hierin zitten de 4 belangrijkste spelers in de imkermarkt.
Het voert te ver om alle gesprekken over dit onderwerp uitgebreid toe te lichten, maar één van de belangrijkste punten die we bereikt hebben is een registratie van de winterstalling van de bijen (en hommels) en dus op één specifiek moment in het jaar (1 februari). Waar op dit moment nog over gesproken wordt zijn de kosten van de registratie (eenmalige en/of doorlopende). Het doel van het ImkersOverleg is om deze zo laag mogelijk te houden. LVVN/RVO is dit moment nog bezig om hier een voorstel voor uit te werken.

Wij weten niet hoe het niet registreren ‘bestraft’ wordt. Wij kunnen dus geen uitspraak hierover doen. De registratieplicht wordt gecontroleerd door de NVWA.

De registratie is om in geval van gevaarlijke ziektes overzicht te hebben waar bijenvolken aanwezig zijn. Handhaving van de registratieplicht ligt bij de NVWA.

Indien een besmettelijke ziekte in de omgeving vastgesteld wordt, zal via de NVWA een informatiebericht verzonden worden. Hoe dit precies in zijn werk gaat, kunnen wij op dit moment nog niet beantwoorden. Deze vraag nemen wij mee in het vervolg overleg met LVVN ((Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) en RVO.

Er is geen koppeling met andere databases. De registratie is alleen voor ziektes die gevaarlijk zijn voor andere bijen en hommels.

Naast de registratieplicht en de gesprekken daarover, heeft het ImkersOverleg ook gesprekken met LVVN en RVO over de zogenaamde ‘honinggelden’ uit Europa. Deze honinggelden worden tegenwoordig SIB-gelden genoemd. Hierover spreken we met LVVN en RVO om vanuit het ImkersOverleg medezeggenschap te krijgen over de besteding van deze gelden. Op dit moment is het nog niet mogelijk om op een uitkomst van deze gesprekken vooruit te lopen. EN of deze SIB gelden groter worden nadat de registratieplicht is ingevoerd, is ons niet bekend. Hier zouden wij in een latere fase mogelijk meer informatie over kunnen geven.

De registraties worden uitsluitend gebruikt om inzicht te hebben waar bijenvolken staan om indien er een besmettelijke ziekte uitbreekt, de houders van bijen (en hommels) te kunnen informeren. De locaties worden niet openbaar gedeeld. De registratiegegevens worden slechts gebruikt voor het doel waar ze voor verzameld zijn.

Omdat er op dit moment nog niet bekend is of en zo ja welke kosten er zijn voor de registratie van bijenvolken, is er ook nog niets bekend over eventuele compensatie bij uitbraak van ziektes.
Dit punt zullen wij meenemen in de komende gesprekken met LVVN en RVO.

Het voordeel voor de imkers (en daarmee voor de imkerverenigingen) zit in de beheersbaarheid van eventuele besmettelijke ziektes. Omdat de registratieplicht daarvoor is opgezet, zijn er geen andere voordelen.
N.B. Indien blijkt dat de genoemde SIB gelden wel afhankelijk zijn van het aantal geregistreerde volken, dan zou een hoge registratie kunnen leiden tot hogere SIB-gelden en daarmee kunnen we meer onderzoeken financieren naar bijvoorbeeld bijengezondheid of varroa resistentie.

Het registreren van bijenvolken loopt via de site van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, rvo.nl. Hier kan je een ubn nummer aanvragen voor de locatie waar je op 1 februari je bijenvolken hebt staan. Op basis van deze verplichte registratie kan de NVWA in geval van een ziekte de diverse ubn-houders informeren.

Als inwoner van ons land word je geacht op de hoogte te zijn van de wetten die er gelden. Als imker-organisaties zorgen wij dat de informatie zo breed mogelijk gedeeld wordt. Je zal geen uitnodiging ontvangen om je volken te registreren. Dat zal je zelf moeten doen via de site rvo.nl.

Het wel of niet hebben van een BTW nummer en het wel of niet gebruikmaken van de KOR staat volledig los van de bijenvolkregistratie. De belastingdienst heeft niets met de registratie van de bijenvolken te maken en ontvangen deze informatie ook niet. De registratie wordt alleen gebruikt in het geval er besmettelijke ziektes uitbreken waar een melding over gedaan moet worden.

De registratie van de bijenvolken in Amsterdam is op basis van een lokale verordening en is niet voldoende voor de registratie bij rvo.nl

Nee, een ubn heb je nodig voor je vaste standplaatsen. Reis je met de bijen naar bijvoorbeeld het fruit of de heide, hoef je voor deze locatie geen ubn aan te vragen. Je bent wel verplicht om per kast een registratie bij te houden waar de kasten gestaan hebben. Hoe je dit bij houdt, is niet wettelijk geregeld. Dit kan dus op de kastkaart, in een excel bestand of op iedere andere manier die bij je past. Maar, het moet wel aan te tonen zijn.

De NVWA zal via een persbericht informatie delen over de ziekte en de maatregelen die in een bepaald gebied genomen moeten worden. Daarnaast zal de NVWA de geregistreerde ubn-nummers in de getroffen regio pro-actief informeren. Wij zullen als vereniging, in voorkomende gevallen, deze informatie ook zo snel mogelijk delen met onze leden.
Het verkrijgen van informatie blijft echter een verantwoordelijkheid van de ubn houder, in ons geval de imker dus. Blijf dus de media in de gaten houden over specifieke meldingen over bijen/hommels en eventuele ziekte-uitbraken en de maatregelen die genomen moeten worden. Dit moet je zeker doen als je wat verder weg reist met de bijen (buiten je eigen regio). De informatie hierover is in ieder geval terug te vinden op de website van de NVWA (www.nvwa.nl)

Je telt het aantal volken dat op 1 februari. Het is niet van belang hoeveel volken je in- of uitwintert, maar of er op 1 februari leven in een volk zit.

De registratieverplichting voor houders van bijen en hommels is van toepassing op elke houder in Nederland. Als een buitenlandse houder (bijvoorbeeld iemand uit Duitsland of België) volken in Nederland heeft staan, dan moet deze houder zich registreren bij RVO met de locatie waar de kasten op 1 februari staan.

Bij een UBN-registratie hoort ook een relatienummer van de persoon of het bedrijf op wiens naam het UBN geregistreerd staat.

Buitenlandse houders die nog geen relatienummer (ook wel BRS genoemd) bij RVO hebben kunnen dit aanvragen door een e-mail te sturen naar: RVORelatiebeheer@rvo.nl

De buitenlandse relatie krijgt dan (per email) een inschrijfformulier toegestuurd. Dat kan na invullen weer worden teruggestuurd aan RVO.

Het is goed te weten of RVO de relatie in het Engels of het Nederlands aan kan schrijven.

Alleen volledig ingevulde formulieren kunnen in behandeling worden genomen. Na verwerking van de aanvraag ontvangt de houder een BRS-Nummer van RVO. Met dit BRS-Nummer kan de houder een UBN-registratie aanmaken voor de locatie waar de bijen of hommels op 1 februari staan.

Voor elke verplaatsing van bijenvolken naar een andere lidstaat moet een diergezondheidscertificaat aangevraagd worden. Zowel in het land van herkomst als in het land van bestemming moet een Uniek bedrijfsnummer geregistreerd zijn (in NL bij RVO).

Het adres van beide locaties en het bijbehorende unieke bedrijfsnummer moet als ‘geldig’ geregistreerd staan in het Europese systeem voor gezondheidscertificaten (TracesNT). Dit doet de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de TRACES-helpdesk voor Nederland. Neem hiervoor contact op met de TRACES-helpdesk. Dit kan via e-mailadres: nvwahelpdesktraces@nvwa.nl  of via het telefoonnummer: 088-2232100 (keuzeoptie 2).

 

Zie ook het stappenplan op de pagina: TRACES | NVWA).

Voor het geldig maken van het adres in het buitenland, moet de houder de overheid van dat land benaderen.

Het aanvragen van een keuring, om een gezondheidscertificaat te krijgen voor het verplaatsen van bijen kan via www.nvwa.nl.

Voorlichting bijen en imkers

Je kunt contact opnemen met een lokale vereniging in je buurt. Vaak is er een imker beschikbaar die het leuk vindt om een les te geven. Onze lokale verenigingen vind je hier: https://www.bijenhouders.nl/lokale-verenigingen/
Je kunt contact opnemen met een lokale vereniging in je buurt. Vaak is er een imker beschikbaar die dit leuk vindt . Onze lokale verenigingen vind je hier: https://www.bijenhouders.nl/lokale-verenigingen/

Stichting BEI heeft speciaal voor het basisonderwijs leskasten over bijen gemaakt die je gratis kunt lenen. Het zijn heel interessante kisten geworden en geeft door middel van materialen en een handleiding duidelijk weer wat bijen voor de natuur en ook voor ons betekenen.
De stichting BEI heeft als doel de kennis over bestuivende insecten in het algemeen en van de (honing)bijen in het bijzonder bij kinderen en volwassenen, te bevorderen en te vergroten. Meer informatie vind je hier.

Honing en bijenproducten

Wij verkopen als landelijk bureau geen honing maar je kunt voor lokale honing verkoop informeren bij een van onze lokale verenigingen in je buurt: https://www.bijenhouders.nl/lokale-verenigingen/

U kunt voor bijenwas bijvoorbeeld terecht bij de imkershop.nl of Het Bijenhuis in Wageningen. Ook kunt u contact opnemen met een lokale imker vereniging bij u in de buurt en uw vraag stellen, soms zijn er lokale imkers die hun bijenwas verkopen. Onze lokale verenigingen vind je hier: https://www.bijenhouders.nl/lokale-verenigingen/

Bijengezondheid

Zie je veel dode bijen in en voor de kast, terwijl er nog genoeg voer aanwezig is, dan kan bespuiting van een gewas een oorzaak zijn. Kijk voor meer informatie op www.nvwa.nl/onderwerpen/bijen-en-hommels/meld-bijensterfte-door-spuitschade

Bij het daadwerkelijk vaststellen van spuitschade neem je contact op met de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit.

Helaas is het niet altijd te voorkomen dat je zieke e/of dode bijen aantreft in de kast. Er zijn veel factoren die een rol spelen als het gaat om de gezondheid van de bijen.

Klik hier voor meer informatie over bijengezondheid, het gezond houden van bijen en het stellen van een diagnose.
www.bijenhouders.nl/bijen-houden/bijengezondheid/

Het is altijd prettig om hulp te krijgen bij het stellen van een diagnose. De bijengezondheidscoordinatoren (BGC’ers) van de NBV zijn specialist op dit gebied. Neem contact op met een coördinator bij jouw in de buurt via:
mijn-nbv.bijenhouders.nl/mijn-nbv/leden/bijengezondheidscoördinatoren

Verder kunt u contact opnemen met werkgroep diagnose en bijengezondheid in uw regio: werkgroep diagnose en bijengezondheid WUR

Zij kunnen gerichter helpen ivm bijensterfte.

Biodiversiteit

NBV-cursussen

Zomaar een bijenvolk aanschaffen zonder enige kennis van zaken hoe ermee om te gaan, is geen goede start. Een imker kan je het vak leren. Een cursus volgen is meestal een goede manier om bekend te worden met het imkeren. De NBV heeft het opleiden van imkers hoog in haar vaandel staan. Goed opgeleide leraren verzorgen tal van cursussen in het land.
Zodra de basiscursus wordt aangemeld door de lokale verenging is deze zichtbaar op de website. Wij hebben van te voren geen inzicht in welke lokale verenigingen een cursus gaan aanbieden. Houdt de website in de gaten voor het actuele aanbod: https://www.bijenhouders.nl/cursussen/cursusaanbod/
Op de website staan bij de betreffende cursus de contactgegevens vermeld van de cursuscoördinator
De basiscursussen worden georganiseerd en gegeven door de lokale verenigingen zelf waardoor het progamma en de prijzen wat van elkaar kunnen verschillen.
Op de website pagina van de basiscursus kun je je aanmelden via het aanmeldformulier.
Op het moment dat de lokale vereniging de cursus voor het nieuwe jaar bij ons bekend maakt zetten wij deze op de website. De basiscursussen voor het nieuwe jaar komen er over het algemeen vanaf het najaar op te staan.

Ben je enthousiast en wil je je bekwamen tot imker dan is de Basiscursus Imkeren wat voor jou. Een heel bijenseizoen theorie en praktijk. In het najaar, aan het einde van het seizoen, heb je dan een officieel NBV-diploma op zak. Misschien ben je dan zelfs al bezitter van een eigen bijenvolk dat je tijdens de cursus hebt verkregen en verzorgd. Bekijk hier ons actuele aanbod van basiscursussen: https://www.bijenhouders.nl/cursussen/cursusaanbod/basiscursus-imkeren/

NBV-leden

De link om je Mijn NBV account aan te maken werkt bij jou niet. Dit komt omdat de link maar eenmalig geopend kan worden en deze bij hoogstwaarschijnlijk op de achtergrond al geopend is door bijvoorbeeld een virusscanner. Heel vervelend maar je kunt alsnog een Mijn NBV account aanmaken op de volgende manier:

Op het moment dat je op de link klikt die wij hebben gestuurd of direct gaat naar https://mijn-nbv.bijenhouders.nl/ kom jedirect in een inlogscherm. Je kunt nog niet inloggen want je hebt nog geen wachtwoord aangemaakt.

Je kunt een wachtwoord aanmaken door:

  1. Op Wachtwoord vergeten? te klikken.
  2. Je kunt vervolgens jouw mailadres invullen en op verstuur klikken.
  3. Je krijgt dan een nieuwe mail met hierin de link welke je kunt gebruiken om een (nieuw) wachtwoord in te stellen.
  1. Maak een wachtwoord aan en druk op verstuur.
  2. Je bent daarna meteen ingelogd.
Meld je aan als contactpersoon Aziatische hoornaar door te mailen naar het nbvbureau@bijenhouders.nl

Dracht- en biotoopverbetering

Ik wil graag helpen bij meer voedsel voor bijen. Dat wil ik doen door een groot wilde bloemenveld aan te leggen. Kunt u mij helpen met adressen waar ik voordelig zaad kan kopen?
Bijen en andere bestuivende insecten help je het beste door het perceel in te zaaien met een meerjarig bloemenmengsel dat is afgestemd op de grondsoort. Deze meerjarige mengsels hebben in tegenstelling tot eenjarige mengsel wel wat meer tijd nodig om zich te ontwikkelen, maar je het er veel langer plezier van.

Zaaien in september levert het beste resultaat op. Het daarop bloeit er al iets, maar het jaar daarna beginnen ze pas echt tot hun recht komen. Vervolgens heb je er voor jaren amper omkijken naar. Een of twee keer per jaar gefaseerd maaien volgens het sinus maaiprincipe (http://edepot.wur.nl/404139) en hooien levert een geweldig drachtweide.

Zaadspecialisten in ons land zijn de Cruydt-Hoeck. https://www.cruydthoeck.nl/ of Boombol.com . Kijk maar op hun site en in de online catalogus met overzichten en adviezen.

Zie ook:

https://www.wur.nl/nl/Expertises-Dienstverlening/Leerstoelgroepen/Omgevingswetenschappen/Natuurbeheer-en-Plantenecologie/Welke-planten-moet-je-inzaaien-als-je-wilde-bijen-wilt-bevorderen.htm

Ik wil mijn tuin voorzien van voorjaarsbloeiende bloembollen. Leveren bloembollen voedsel voor bijen?

Bloembollen, met name de kleine botanische soorten, zijn uitstekende stuifmeelleveranciers voor honingbijen maar vooral ook voor andere, solitaire, bijen en hommels.

De crocussen en sneeuwklokjes zijn zelfs hele vroege bloeiers. Vaak te vroeg omdat insecten afhankelijk van de temperatuur, dan nog niet vliegen.

Een bloembollenmengsel van 5 of 6 soorten is aan te raden. JUB-Holland, waar de NBV mee samenwerkt, heeft een uitstekend bijen-mengsel dat een langdurige opeenvolgende bloei garandeert. Jub-Holland heeft een aparte website voor particuliere verkoop. Ga naar bloombol.com voor meer informatie.

Crocus, Chionodoxa, muscari, Fritelaria, anemoon, tulipa, enz… (allemaal verwilderings- en botanische soorten).

Ik heb een stukje grond van ongeveer 12 m2 dat ik wil beplanten met drachtplanten. Hoeveel m2 moet ik per drachtplant aanhouden, willen de bijen het ervaren als de moeite waard? Van die vraag afgeleid: Hoeveel verschillende drachtplanten kan ik op 12m2 planten?

Bijen ervaren een nectar en stuifmeelgevende plant altijd als waardevol.

De 350 bijensoorten die er in Nederland leven hebben soms maar enkele bloemen nodig om een nestje te maken en daar hun nakomelingen in op te voeden.

Honingbijen vliegen ook op een stukje waar een paar bloemen staan …..

Maar een honingbijenvolk heeft natuurlijk we heel veel nectar en stuifmeel nodig….

Maar bedenk: elke postzegel is een deel van een totale verzameling.

Op onze site enkele tips:  https://www.bijenhouders.nl/bijenwerk/dracht-en-biotoopverbetering

Hieronder een lijst met bijenplanten ….waar natuurlijk ook andere insecten, o.a. vlinders van genieten.

De geschikte bijenlokkers voor elke tuinfunctie
Onderstaande planten kunnen gebruikt worden in bloemborders, gazon, moestuin, groendak, kruidentuin of balkon, Voor het aantrekken van meer bijen in uw tuin.

Vegetatie voor bloemenborders

Achillea millefolium – Duizendblad
Ajuga reptans – Kruipend zenegroen
Aquilegia vulgaris – Wilde akelei
Ballota nigra – Stinkende ballote
Campanula persicifolia – Perzikklokje
Carduus nutans – Knikkende distel
Centaurea jacea – Gewoon knoopkruid
Centaurea scabiosa – Grote centaurie
Cichorium intybus – Wilde chicorei
Daucus carota – Wilde peen
Digitalis purpurea – Vingerhoedskruid
Dipsacus fullonum – Grote kaardebol
Echium vulgare – Slangenkruid
Eryngium campestre – Echte kruisdistel
Eupatorium cannabinum – Koninginnekruid
Lamium galeobdolon – Gele dovenetel
Leucanthemum vulgare – Gewone margriet
Lysimachia vulgaris – Grote wederik
Lythrum salicaria – Kattenstaart
Malva moschata – Muskuskaasjeskruid
Melilotus alba – Witte honingklaver
Melilotus altissima – Goudgele honingklaver
Melilotus officinalis – Citroengele honingklaver
Myosotis sylvatica – Bosvergeet-mij-nietje
Prunella vulgaris – Gewone brunel
Pulicaria dysenterica – Heelblaadjes
Pulmonaria officinalis – Gevlekt longkruid
Stachys byzantina – Ezelsoren
Stachys officinalis – Betonie
Stachys palustris – Moerasandoorn
Stachys sylvatica – Bosandoorn
Symphytym officinale – Gewone smeerwortel
Tanacetum vulgare – Boerenwormkruid
Vicia cracca – Vogelwikke

Vegetatie voor gazonnen/ bloembollen

Corydalis solida – Vingerhelmbloem
Crocus tommasinianus – Boerenkrokus
Galanthus nivealis – Gewoon sneeuwklokje
Hyacinthus orientalis – Hyacinth
Hypochaeris radicata – Gewoon biggenkruid
Lotus corniculatus – Gewone rolklaver
Muscari botryoides – Blauwe druifjes
Ornithogalum umbellatum – Gewone vogelmelk
Ranunculus acris – Scherpe boterbloem
Ranunculus ficaria – Speenkruid
Scilla non-scripta – Wilde hyacinth
Scilla siberica – Oosterse sterhyacinth
Taraxacum officinalis – Paardebloem
Trifolium pratense – Rode klaver
Trifolium repens – Witte klaver

Vegetatie voor moestuinen

Allium cepa – Ui
Allium porrum – Prei
Anethum graveolens – Dille
Barbarea vulgaris – Gewoon barbarakruid
Boraga officinalis – Komkommerkruid
Brassica napus – Koolzaad
Brassica rapa – Raapzaad
Foeniculum vulgare – Venkel
Fragaria vesca – Bosaardbei
Raphanus sativus – Radijs
Ribes nigrum – Zwarte bes
Ribes rubrum – Aalbes
Ribes uva-crispa – Kruisbes
Rubus fruticosus – Gewone braam
Rubus idaeus – Framboos
Sinapis alba – Gele mosterd

Vegetatie voor groendaken

Alyssum montanum – Bergschildzaad
Alyssum repens – Liggend schildzaad
Anthemis tinctoria – Gele kamille
Anthyllis vulneraria – Wondklaver
Aubrieta deltoidea – Aubretia
Campanula rotundifolia – Grasklokje
Hyssop officinalis – Hysop
Inula ensifolia – Alant
Sedum acre – Muurpeper
Sedum album – Wit vetkruid
Sedum reflexum – Tripmadam
Sedum telephium – Hemelsleutel
Sempervivum tectorum – Huislook

Vegetatie voor kruidentuinen

Allium schoenoprasum – Bieslook
Chelidonium majus – Stinkende gouwe
Lavendula angustifolia – Lavendel
Mentha aquatica – Watermunt
Mentha arvensis – Akkermunt
Mentha pulegium – Polei
Mentha rotundifolia – Wollige munt
Nepeta cataria – Kattenkruid
Origanum vulgare – Wilde marjolein
Rosmarinus officinalis – Rozemarijn
Salvia pratensis – Veldsalie
Salvia sclarea – Scharlei
Satureja hortensis – Bonenkruid
Stachys officinalis – Betonie
Thymus vulgare – Echte tijm
Verbena officinalis – IJzerhard

Vegetatie voor balkonplanten

Allium sphaerocephalon – Kogellook
Anthemis tinctoria – Gele kamille
Aubrieta deltoidea – Aubretia
Campanula glomerata – Kluwenklokje
Campanula rotundifolia – Grasklokje
Echium vulgare – Slangenkruid
Inula ensifolia – Alant
Reseda lutea – Wilde reseda
Reseda luteola – Wouw
Salvia sclarea – Scharlei
Sedum acre – Muurpeper
Sedum reflexum – Tripmadam
Sedum telephium – Hemelsleutel
Stachys byzantina – Ezelsoren
Thymus vulgare – Echte tijm

Wij willen een hoekperceel van 10 x 200 m2 inzaaien met een éénjarig drachtmengsel. Tot wanneer kunnen wij dit doen?

Inzaaien met eenjarige bloemen kan nog prima tot medio mei. Vochtige grond is wel een vereiste voor goede en snelle kieming.

Voor het zaaien van een duurzaam mengsel is september/oktober het beste tijdstip.

Kijk eens op de site van de Cruydt-Hoeck. https://www.cruydthoeck.nl/

Ik heb een balkon op 3-hoog in een redelijk groene omgeving. Vraag 1 : ik heb daar een appelboompje staan. Komen er bijen op 3-hoog voor de bevruchting? Vraag 2 Ik wil graag ook een bijenhotel op mijn balkon. Heeft dat zin?

Een appelboompje op 3-hoog wordt vrijwel zeker door bijen bezocht.

Er moeten natuurlijk wel bijen in de buurt zijn.

Een bijenhotel is ook zeer kansrijk als er in de omgeving voldoende drachtplanten en/of -bloemen zijn.

Een hotelletje dat in de handel is gekocht is voor 70% niet bruikbaar. Beter is er zelf een te maken met zeer eenvoudige middelen.

De hotelletjes van Natuurmonumenten zijn goed.

Honing wordt gemaakt van de nectar van bloemen. Hoe kan het dat er dan wilgenhoning is, de wilg is immers een windbestuiver, die katjes produceert. En waarom is er dan bijvoorbeeld geen populierenhoning of iepenhoning die ook katjes maken?

Toelichting: bij windbestuivers wordt de manier waarop de bestuiving plaatsvind aan het toeval overgelaten. Vooral in onze winderige omgeving leven onze bomen in de regel als katjesdragers. Katjes zijn snoeren van sterk vereenvoudigde bloemen, niet meer dan een schubje met één of twee meeldraden of gewoon een vruchtbeginsel zonder enige versiering.

Het overbrengen van stuifmeel gebeurt door de wind of door dieren: meestal insecten, maar ook wel door water, vogels of vleermuizen. Er zijn ook plantensoorten die zichzelf bevruchten. De zogenaamde windbestuivers produceren stuifmeel dat via de lucht op andere bloemen terechtkomt. Deze planten, zoals gras en allerlei bomen, hebben meestal onopvallende bloemen – ze hoeven niet de aandacht van bestuivers te trekken. Het stuifmeel dat door de wind verplaatst wordt kan hooikoorts bij mensen veroorzaken.

Soorten bestuiving
1 = zelfbestuiving 2 = buurbestuiving 3 = kruisbestuiving

 

Beantwoording:

De aantrekkelijkheid voor honingbijen van de te bestuiven gewassen wordt versterkt door kleur, geur, vorm en opbrengst. Daarnaast spelen ook factoren weersomstandigheden en afstand een belangrijke rol.

Een eigenschap van windbestuivers is dat ze kleine bloemen hebben die veelal gering geurend zijn.  Daarbij is het vaak zo dat ze een nectar produceren die honingbijen, wanneer er voldoende ander dracht is, niet als eerste zullen halen.

We weten daarom niet of er (deels)  populierenhoning of iepenhoning wordt gehaald. Wilgennectar daarvan is bekend dar deze windbestuiver wel aantrekkelijk voor honingbijen is, ondanks dat de katjes aanvankelijk onopvallend waren, worden ze zwaar van het stuifmeel geel gekleurd en toont het zijn aantrekkingskracht.

Samenvattend, windbestuivers  zijn ook voor honingbijen aantrekkelijk, maar tonen dat minder dan kruisbestuivende gewassen. De keuze op basis van aantrekkelijkheid maken de honingbijen zelf. De omstandigheden zoals beschikbaarheid, afstand en weersomstandigheden spelen daarbij een rol.

Honingbijen, wilde bijen, hommels, wespen, hoornaars

Ga naar https://www.bijenhouders.nl/contact/meldpunt-bijenzwerm/ en kom in contact met een lokale bijenhouder. Hij/zij zal de zwerm, wellicht tegen betaling, ophalen.

Kijk op onze website voor informatie over de Aziatische hoornaar: https://www.bijenhouders.nl/themas/aziatische-hoornaar/

Het verschil tussen een Europese hoornaar en de Aziatische hoornaar is met namen het verschil in kleur en afmeting.

Op de speciale pagina van de NBV vind je meer informatie over de hoornaars. https://www.bijenhouders.nl/themas/aziatische-hoornaar/

Heb je een Aziatische hoornaar gezien dan moet je deze melden op waarneming.nl/go/vespa-velutina

Meld je waarneming met foto op https://waarneming.nl/go/vespa-velutina/?. Dit kan zonder account.
Meld je aan als contactpersoon Aziatische hoornaar door te mailen naar het nbvbureau@bijenhouders.nl
Je kunt contact opnemen met een lokale vereniging in je buurt om te informeren of een imker hier interesse voor heeft. Onze lokale verenigingen vind je hier: https://www.bijenhouders.nl/lokale-verenigingen/

Mocht je niet zeker weten of het honingbijen, solitaire bijen, hommels of wespen zijn, hieronder een korte beschrijving van de verschillende beestjes:

Solitaire bijen
Er zijn ook een aantal solitair levende bijen, soms goudgeel van kleur, die een paar weken onder de tegels van het terras of in de muur activiteiten ontwikkelen. Ze hebben maar een korte levenscyclus en doen geen kwaad. Ze huren als het ware een plekje voor hun nest en zijn snel weer verdwenen.

Honingbijen
Als het gaat om honingbijen zijn het honderden, vaak duizenden bijen. Het kan zijn in de vorm van een zwerm of wanneer ze permanent een huis hebben gevonden. Een permanent huis is vaak op een beschutte plek, zoals in de spouwmuur of in een schoorsteen. Als het gaat om een zwerm kun je een imker de zwerm laten ophalen.

Hommels
De bolgevormde hommels kraken wel eens een niet schoongemaakt vogelnestkastje in uw tuin. Ook zij zijn sociale insecten, halen stuifmeel en nectar maar (bijna) alleen voor direct gebruik. Het aantal diertjes blijf beperkt (max. 400, afhankelijk van de soort) en ze zullen zelden steken. Hommels zijn goedmoedige harde werkers en de soort is herkenbaar aan de streepjescode op hun vachtje. Een ongediertebestrijder inschakelen kan alleen als hommels of een hommelnest ernstige overlast veroorzaakt. Hommels zijn een beschermd soort en worden in veel gevallen niet bestreden. Zie ook deze website voor meer informatie: http://hommelnest.nl/verwijderen/

Wespen
Ook wespen zijn sociale insecten en goed herkenbaar aan hun kleur: fel geel met zwarte streepjes en een glad achterlijf. In de insectenwereld betekent geel gevaar, er zijn insecten die zich op deze manier gevaarlijker voordoen dan ze zijn. In tegenstelling tot bijen breekt de angel na het steken niet af zoals bij de bijen wel het geval is.

Weet je zeker dat het honingbijen zijn of twijfel je toch nog, kijk dan op onze website voor de dichtstbijzijnde lokale NBV-vereniging: https://www.bijenhouders.nl/lokale-verenigingen/. Zij zouden de situatie in het echt kunnen bekijken en u kunnen adviseren wat te doen.

Graag zou ik een bijenkorf in mijn grote bloemen tuin willen hebben, echter wil ik de natuur laten zoals hij is en wil ik de beesten laten en geen honing te oogsten. Is zo iets mogelijk?

Natuurlijk kun je een bijenwoning in je tuin plaatsen en de bijen daar laten leven zonder honing te oogsten. Het maakt de bijen niet uit of het een korf of een kast is , als het maar een holte is waarin ze beschermd zijn tegen de vijandige buitenwereld. Een bijenvolk legt honing- en stuifmeelvoorraden aan om over voedsel te beschikken als ze het in de natuur niet kunnen halen zoals in de winter of bij koud en nat weer.

Als de mens een bijenvolk alleen maar een woning beschikbaar stelt wordt het bijenvolk geconfronteerd met drie grote problemen. Het eerste is de vraag of de natuur genoeg voedsel zal geven om voorraden aan te kunnen leggen. Dit probleem kent het bijenvolk al eeuwen lang. Ook toen de natuur nog voor 100% natuur was, kwamen er in een verregende zomer bijenvolken om van de honger. Boeken uit de 18e eeuw berichten hierover.

Het tweede probleem is het zwermen van het bijenvolk. Zwermen is de natuurlijke manier van voortplanting en volksvermeerdering. Imkers verhinderen het zwermen omdat veel zwermen in de natuur omkomen van de honger. Bovendien zijn onze medeburgers niet blij met een zwerm in hun tuin, zelfs niet als ze het kunnen zien als een wonder van de natuur.

Dat veel zwermen in de natuur omkomen is voor moeder natuur een vorm van natuurlijke selectie. De natuur wil voortplanting en bekommert zich niet om het nieuwe leven, in dit geval een bijenzwerm.

Het derde probleem is een parasiet, de varroamijt. Alle bijenvolken hebben met deze parasiet te maken. Imkers bestrijden deze parasiet, hetzij met chemische dan wel met biologische vormen van bestrijding.

Niet bestrijden betekent meestal na kortere of langere tijd een ellendige dood van het bijenvolk.

Als je bijen in je tuin wilt hebben zonder honing te oogsten adviseren we je een basiscursus bijenhouden te volgen. Je leert dan omgaan met bijen en de bijen te ondersteunen om bij ziekte en gebrek aan voedsel te overleven. In goede jaren verzamelen de bijen genoeg honing en hoef je geen suiker bij te voeren, in slechte jaren help je de bijen met suikerwater. Klik voor het overzicht van NBV-basiscursussen Bijenhouden op de volgende link:  https://www.bijenhouders.nl/cursussen/basiscursus

Wat zijn de regels rondom het houden van bijen? Wij hebben overlast van de bijen van de buurman. Tuin/ terras zijn aangrenzend aan elkaar. Bijenkast staat grofweg 3 meter van onze tuinbank.

De regels omtrent het houden van bijen in de bebouwde kom verschillen per gemeente. Deze zijn vastgelegd in de APV = Algemeen Plaatselijke Verordening. Informeer daarom bij jouw gemeente of raadpleeg de  gemeentewebsite.

Vraag 1: Bij onze stacaravan in Renesse hebben wij tijdens het snoeien van een rietstruik een hommelnest ontdekt. Wij willen de struik afvoeren, maar kan/mag dit zomaar?

Als je de struik weghaalt dan zal het hommelnest verloren gaan. Waarschijnlijk gaat het om de akkerhommel, die kleine nesten hebben. Het zo mooi zijn als je het verwijderen van de struik tot na september uit kunt stellen.Je kunt dan genieten van in en uitvliegen werksters met klompjes stuifmeel aan hun poten. Omdat de kolonie klein is verwachten we dat je er geen last van hebt. Eind september is er geen kolonie meer: de werksters, de oude koningin en de mannen zullen dan dood zijn. De jonge koninginnen hebben elders een plekje diep in de grond om te overwinteren.

————————————————–

Vraag 2: Ik wil een bamboe uit de tuin scheppen maar stuitte op een nest met hommels. Ik wil ze met rust laten en de bamboe er eventueel in het voorjaar verder uitscheppen. Kunt u mij aangeven wanneer ik dat veilig kan doen zonder de beestjes te storen?

Zodra het kouder wordt en er geen voedsel meer gehaald kan worden (te koud, geen bloemen) zullen de kolonies snel verdwenen zijn. Het verwijderen van de struik kan dus ook in de herfst, winter en het vroege voorjaar.

Hommels in de spouwmuur kunnen in eerste instantie mensen angstig maken.

De hommel is echter een vredelievend beestje dat niet agressief zal zijn, niet op zoetigheid afkomt en daarnaast volgens de wet beschermd is.

Een hommel in de spouwmuur zal geen schade aanrichten aan je isolatiemateriaal, ze wonen er alleen maar.

Wij adviseren altijd om het hommelvolkje rustig zijn gang te laten gaan en er vooral van te genieten. Tijdens het seizoen zullen de hommels overlijden in de natuur en aan het eind van het seizoen, in de herfst, zul je merken dat er steeds minder hommels in- en uitvliegen. Als we geen activiteit meer is bij de ingang van de muur, kun je er een fijnmazig roostertje voor óf in plaatsen zodat u er volgend jaar in ieder geval geen hommels meer in krijgt.

De Wageningen Universiteit heeft een goed artikel over dit fenomeen geschreven. Zie onderstaande link.

https://www.wur.nl/nl/nieuws/Dode-hommels-onder-lindebomen-normaal-voor-het-jaargetijde-.htm

Dit verschijnsel komt voor bij de lindebomen en honingbomen en betreft vaak de wat oudere, eigenlijk versleten, hommels, en ook bijen, die aan het eind van hun levenscyclus zijn gekomen.

Het bijenhotel is waarschijnlijk een kastje met ronde gaten (holletjes) dit is de kraamkamer voor een aantal solitaire bijen.

Het hier en daar ophangen van kraamkamers (bijenhotelletjes) voor solitaire bijen helpt een aantal soorten van de ruim 300 in ons land een beetje zich makkelijker te vermeerderen. Het is belangrijk dat de omgeving aan voorwaarden voldoet, zoals voldoende voedsel. Zijn de solitaire soorten in de omgeving aanwezig dan zullen ze ook de bijenhotelletjes wel weten te vinden om daarin de eitjes in de leggen.

Het bloemrijker maken van de omgeving met bij-vriendelijke planten is een eerste vereiste in ons land. Daar hebben alle bijensoorten baat bij, ook de honingbij.

Wanneer de dagen lengen en de temperatuur stijgt worden ook de wespen weer actief. Moet je deze nesten verwijderen?

Wespen zijn nuttige insecten

Wespen kunnen hinderlijk zijn, maar het zijn ook hele nuttige dieren. De wesp is namelijk een alleseter die dode insecten opruimt en actief op andere insecten jaagt. Wespen kunnen enorme aantallen plaagdieren zoals muggen en vliegen wegvangen rond je huis en dat is fijn! Bovendien zijn wespen – net als bijen – erg nuttig voor de bestuiving van bepaalde planten.

Overlast door wespen

Wespen worden pas lastig voor mensen als hun normale voedsel op begint te raken. Meestal is dit aan het einde van de zomer: de wespenkolonies zijn dan op hun top qua aantallen en de wespen gaan op zoek naar suikers. Dat is het moment dat ze zich massaal op onze limonade en ijsjes storten! Aan het eind van de herfst sterft de kolonie weer uit en gaat de koningin in winterslaap om rond begin mei weer een nieuwe kolonie op te starten.In ons land zien we met name de gewone wesp (Paravespula vulgaris), de Duitse wesp (Paravespula germanica) – beide ook wel ‘limonadewesp’ genoemd – en de Europese Hoornaar (Vespa crabro).

Bouwmeester wesp

Wespennesten zijn prachtige staaltjes architectuur en bouwkunde. De nesten worden gemaakt van papier dat wespen maken van fijngekauwd hout dat ze van bomen, schuttingen en oude takken afschrapen met hun krachtige kaken. Een groot wespennest kan wel uit 20.000 wespen bestaan, dus ga er zeker later in het seizoen voorzichtig mee om! Je vindt wespennesten vaak hangend op droge plekjes waar de wespen ongestoord hun gang kunnen gaan, zoals onder het dak van schuurtjes, langs een dakkapel, in vogelhuisjes maar ook onder de grond in muizengangen of in composthopen.

Wespen bestrijden

Wespen zijn dus nuttige insecten, maar bij (dreigende) overlast is het raadzaam om in te grijpen. Want wespensteken kunnen gevaarlijk zijn, zeker voor mensen die allergisch zijn voor wespengif. Ga zeker niet lopen stunten want aangevallen worden door een razende wespenkolonie is levensbedreigend! Bestrijden is vaak niet nodig, je kunt het nest bij (dreigende) overlast ook laten verplaatsen. Het beste kun je voor advies of het laten verwijderen van het wespennest contact opnemen met de Wespenstichting: www.wespenstichting.nl of ga naar hulp en advies van een Wespenconsulent

Ik heb in de winter een klein bijenkastje gemaakt voor in de tuin. Mijn vraag is komen d bijen er vanzelf in of moet ik een bijenvolkje kopen ?

 

Heb je een kastje gemaakt voor wilde, solitaire bijen?
In dat kastje bevinden zich dan blokken hout met gaatjes en/of holle stengels. In die gaatjes en holten leggen solitaire bijen dan hun eitjes. In het voorjaar komen die solitaire bijen vanzelf naar deze nestkastjes toe om die te beleggen met eitjes. Verstandig is om zulke nestkastjes op te hangen in tuinen met bloemen zodat nestgelegenheid en voedsel vlak bij elkaar te vinden zijn.

Heb je een kastje gemaakt voor honingbijen?
Dan is het nog maar de vraag of zo’n kastje wel in de tuin mag zetten.
In veel plaatselijke verordeningen staat dat in de bebouwde kom het houden van honingbijen verboden is. Informeer eerst even bij uw gemeente.
Mocht het wel zijn toegestaan dan is het verstandig om zo’n kastje aantrekkelijk te maken voor honingbijen door daar raten in te hangen die al eens een keer zijn bebroed. Ook het smeren van propolistinctuur op de binnenwanden van het kastje is aantrekkelijk voor honingbijen. Honingbijvolken sturen altijd een aantal speurbijen uit om te zoeken naar plekken met voer en naar nestgelegenheden. Die speurbijen zullen zo’n kastje al snel vinden en als een volk in zwermstemming komt (mei, juni) dan is de kans groot dat een zwerm het kastje betrekt als nieuwe woonplek.

Het is sterk geadviseerd om een curus te volgen omdat er meer bij komt kijken. Kijk op https://www.bijenhouders.nl/cursussen/cursusaanbod/ voor alle basiscurussen.

Suikerwater is in principe prima voer voor bijen. In sommige situaties is suikerwater beter dan honing. Honing kan stoffen bevatten die zich ophopen in de endeldarm van een bij. Te denken valt aan eiwitten in heidehoning. Als in de winter de bijen niet kunnen uitvliegen door langdurige vorst komen ze in de problemen met die ballaststoffen in hun endeldarm en poepen ze de raten en hun zusters onder met hun uitwerpselen. Als dat ernstige vormen aanneemt overleeft het volk dat niet.

Als de imker aan het eind van de zomer een deel van de honing uit de volken haalt dan dient hij die volken wel voer te geven opdat de bijen de winter door kunnen komen. Daartoe geeft hij elk volk minimaal 10 kg suiker opgelost in water. Nu is er ook invertsuiker te koop in cans die 14 liter vloeistof bevatten met daarin opgelost 10 kg invertsuiker. Ook die invertsuiker is prima voor bijen, mits bij de bereiding van die invertsuiker geen hydroxymethylfurfural (HMF) is ontstaan.  Dat kan gebeuren als het proces van inverteren bij een te hoge temperatuur verloopt. HMF is dodelijk giftig voor bijen. De fabrikant dient te controleren of de invertsuiker niet of maar heel weinig HMF bevat, maar dat gebeurt niet altijd. Enkele jaren geleden werd door een Belgische firma dergelijke invertsuiker aangeboden en gingen heel veel bijen, vaak complete volken, dood.